MUSICO-eigenaar Taco Stronks benut deze lock down om alle Bach-cantates te beluisteren. Op Facebook licht hij af en toe een bekende of onbekende parel uit dit repertoire toe. Vandaag ook in het MUSICO-blog aandacht voor een Bach-cantate, de Kaffeekantate.
Bach schreef cantates voor verschillende doeleinden: cantates voor in de kerk, cantates voor bijzondere gelegenheden en cantates voor opvoering in openbare gelegenheden of huiselijke kring. Bachs Kaffeekantate behoort tot die laatste categorie. Het op muziek gezette verhaal over brompot Herr Schlendrian en z’n eigenzinnige dochter Liesgen heeft misschien nog wel het meest weg van een mini-opera. Van alle werken van Bach komt de dit werk het dichtst bij een barok ‘dramma per musica’.
Een verdord stukje geitenvlees
Veel om het lijf heeft dat verhaal niet: dochter Liesgen weigert te breken met haar gewoonte van regelmatig koffie drinken: ‘Als ik niet driemaal daags mijn kopje koffie mag drinken,’ zingt ze, ‘dan verander ik tot mijn verdriet in een verdord stukje geitenvlees.’ Vader Schlendrian, een naam die iets als ‘sleur’ of ’treuzel’ betekent, vindt die obsessie maar niets. Hij probeert zijn dochter over te halen om het koffiedrinken te stoppen. ‘Weg met die koffie!’ beveelt Schlendrian haar. Maar ze trekt zich er niets van aan. Al zijn dreigementen hebben geen enkel effect.
We kunnen ons dat nu niet zo goed voorstellen, maar het koffie drinken was in Bachs tijd onder de burgers van Leipzig een opkomende mode, een trend. Het was nog niet zo heel lang geleden dat het nuttigen van de ‘zwarte Turkendrank’ alleen aan mensen van adel was voorbehouden. In Bachs tijd schoten de koffiehuizen in Europa als paddenstoelen uit de grond. In Leipzig waren er zelfs meer dan tien. De burgers namen de gewoonten van de adel over en zoals het vaak gaat met iets nieuws: sommigen zijn enthousiast, anderen verzetten zich.
Geen koffie, dan ook geen man
Voor Liesje is het meedoen met de nieuwe trend het einde, voor haar vader is het iets waarvan hij haar koste wat kost moet zien af te brengen. Dat lukt hem ook in de oorspronkelijke tekst van de dichter Picander. Die eindigt met de overwinning van Schlendrian. Na veel dreigementen zwicht Liesgen tenslotte voor haar vader: geen man krijgen lijkt haar nog erger dan geen koffie meer te mogen drinken. Het is waarschijnlijk Bach zelf geweest die de tekst van Picander heeft aangevuld. Vader Schlendrian mag dan op zoek gaan naar een man voor z’n dochter, intussen laat Liesje wie het maar horen wil, weten dat die wel aan deze voorwaarde moet voldoen: toestaan dat zijn vrouw koffie blijft drinken.
Nu gaat de oude Schlendrian op pad. Hoe krijgt hij voor zijn dochter Liesgen een fijne vrijer op de mat? Maar Liesgen maakt haar geheim bekend:
‘Bij mij in huis komt er geen vent
die eerst niet met mij wil beklinken
en opneemt, zwart op wit in ’t trouwpapier,
dat hij mij toestaat het plezier
om koffie… onbeperkt… te drinken.’
(vertaling: Carel Alphenaar)
De moraal van het verhaal klinkt aan het eind van de cantate: vrouwen houden nu eenmaal van koffie, waarom zou je dat willen veranderen?
De kat blijft op de muis gericht
en meisjes blijven koffieleuten.
Mama die zich aan koffie laaft
en omalief is zwaar verslaafd.
Zeg mij wie neemt het dochters kwalijk.
(vertaling: Carel Alphenaar)
Gedonder in de glazenkast
Zoals in al zijn cantates, weet Bach ook hier op meesterlijke wijze de tekst in de muziek uit te beelden en de karakters van zijn hoofdpersonen muzikaal uit te tekenen. Let eens op de eerste aria, hoe nurks en star klinkt de begeleiding van Schlendrian en hoe overdreven vaak zingt hij over dat ‘gedonder in de glazenkast’. Een hamerend motief illustreert de onverzettelijkheid van de getergde vader.
Natuurlijk overdrijft ook Liesgen in haar eerste aria (‘Ei! wie schmeckt der Coffee süße’), maar haar pleidooi voor koffie heeft toch vooral iets jeugdig aanstekelijks, wat haar voor ons sympathieker maakt dan haar vader.
In haar aria ‘Heute noch’, met zijn Siciliano-ritme, is alles in harmonie: zangeres en instrumentalisten delen dezelfde thematiek en er zijn geen verontrustende harmonieën of chromatische noten.
Bach schreef de Kaffee Kantate voor zijn Collegium Musicum, een muziekgezelschap dat aanvankelijk vooral bestond uit universitaire studenten, maar dat meer en meer werd aangevuld met musici van naam. Het niveau was, al voordat Bach ervan in 1729 de leiding kreeg, dermate hoog dat het Collegium een soort opleidingsschool vormde voor tal van bekende zangers en instrumentalisten. Twee keer per week musiceerde men met elkaar in een koffiehuis(!); daarnaast trad het Collegium op bij bijzondere gelegenheden van een universiteit of vorstelijk hof.
Een verrassend slot
De Kaffeekantate was bedoeld voor zo’n ‘gewone’ wekelijkse bijeenkomst in het koffiehuis. De inwoners van Leipzig die gratis mochten luisteren, zullen er zeker van genoten hebben. Misschien was het voor hen een hernieuwde kennismaking met de tekst van Picander, want ook tijdgenoten van Bach zetten die op muziek. In dat geval zullen ze zeker hebben opgekeken van het voor hen verrassende slot van deze cantate. De laatste twee (bovengenoemde) delen zijn later namelijk later toegevoegd: een slotkoor en de voorafgaande verklaring dat een vrijer er bij Liesjes alleen in komt wanneer die haar haar koffie gunt; zo verschijnt Liesje alsnog als de morele winnaar. Maar waar komen die extra teksten vandaan en waarom? Is Bach tot de orde geroepen door Anna Magdalena of een van zijn dochters? En wie hebben die teksten geschreven? Bach zelf of zijn tekstdichteres Christitana Mariane von Ziegler, of misschien toch ook Picander? We weten het niet en het doet ook niks af aan de meesterlijke compositie!
Luister en kijk naar een opname onder leiding van Nikolaus Harnoncourt, met sopraan Janet Perry, tenor Peter Schreier en bas Robert Holl: