Terug naar de vorige pagina

dinsdag 22 oktober 2019

Teatro San Cassiano: het eerste operatheater

Iedereen kent het beroemdste operatheater van Venetië, Teatro La Fenice, dat in 2001 door brand werd verwoest en daarna, haar naam eer aandoend, inderdaad als een feniks uit de as herrees. Maar Venetië kende nog een ander beroemd operahuis dat momenteel wordt herbouwd ‘com’era, dov’era’ (zoals het was, waar het was). Het was het allereerste commerciële operatheater ter wereld: het Teatro San Cassiano.

Geboorte van de opera

Het genre opera ontstond aan het eind van de zestiende eeuw in Florence. Opera was in die tijd exclusief voor de aristocratie. De peperdure kunstvorm moest de geboortes, verlovingen en bruiloften van de adellijke families en zelfs de feesten van de kerkelijke elite opluisteren. Het betrof meestal eenmalige gebeurtenissen om de gasten te vermaken en de enorme rijkdom van de gastheer te etaleren. De wens elkaar de loef af te steken was regelmatig het motief om een opera te laten uitvoeren. Permanente operatheaters bestonden nog niet; de voorstellingen vonden plaats in zalen van paleizen en in tijdelijke openluchttheaters in de tuinen.

Volkskunst

Toch sloeg de nieuwe kunstvorm ook buiten de adellijke kringen aan, en het grote succes van de opera als ‘kunst voor het volk’ begon in Venetië. In 1637 stichtten enkele musici het Teatro San Cassiano, het eerste commerciële operatheater ter wereld. Al snel was de belangstelling voor opera zo overweldigend, dat nog voor het einde van de zeventiende eeuw tientallen andere theaters hun deuren openden. Het feit dat in deze theaters deze opera-opvoeringen afhankelijk waren van de kaartverkoop, had directe invloed op de vorm en de inhoud van opera’s. Zo gebruikten de operahuizen een klein orkest om geld te besparen en kwamen koren om dezelfde reden niet vaak voor. Verder betekende het dat de operahuizen bij hun producties vooral de smaak van het publiek meewogen.

De zanger centraal

De positie van de vocalisten in de opera werd steeds belangrijker. Dit was namelijk precies waarom het publiek een avondje naar het theater kwam: vocaal vuurwerk! Een groot deel van het budget besteedde de theaterdirecteuren aan het engageren van sterzangers. Omdat in die tijd vrouwen op het toneel lang niet overal waren toegestaan, draaide het op het hoogtepunt van de opera-rage vooral om de vocale prestaties van de ‘primo uomo’, oftewel de belangrijkste zanger van de voorstelling. De glorietijd van de castraat brak aan, want naar de mode van die tijd was de ‘primo uomo’ in Italië vrijwel altijd een castraat. Dat waren mannen bij wie door een operatieve ingreep de stembreuk werd verhinderd. En zonder de baard in de keel waren castraten in staat om op volwassen leeftijd en met een volgroeid lichaam hun oorspronkelijke sopraan- of altstem te gebruiken.

Het eerste operahuis

Aan de wieg van al deze ontwikkeling stond dus het eerste openbare operahuis ter wereld, het Teatro San Cassiano in Venetië. Tot in de achttiende eeuw was het theater in gebruik, tot het in de tijd van Napoleon werd verwoest. In het onderstaande filmpje wordt op eenvoudige en duidelijke wijze de geschiedenis van San Cassiano uit de doeken gedaan:

Reconstructie

Zakenman en musicoloog Paul Atkin heeft het ambitieuze plan opgevat het zeventiende eeuwse Teatro San Cassiano te reconstrueren en te herbouwen. Onder het motto ‘com’era, dov’era’ (‘zoals het was, waar het was’) zamelt hij geld in en probeert hij de autoriteiten én het publiek van het belang van dit project te overtuigen. Om dit mede mogelijk te maken verkocht hij zijn bedrijf en wijdt hij sindsdien zijn leven aan dit project. Uiteraard is voor dit project veel geld nodig. In onderstaand filmpje vertelt Paul Atkin meer over zijn drijfveer en het project:

Een werkend baroktheater

Atkin is van plan om het Teatro San Cassiano uit 1637 zo goed als mogelijk te reconstrueren. Hij wil er een volledig functionerend en goed uitgerust operahuis van te maken, compleet met volledig operationele, barokke toneelmachinerie, bewegende decors en speciale effecten. In het onderstaande filmpje een voorbeeld van zo’n decorwisseling:

Op deze manier hoopt Atkin om op historische bronnen gebaseerde barokopera’s in Venetië te kunnen opvoeren. Daarnaast wil hij van het Teatro San Cassiano een kenniscentrum maken voor onderzoek naar de authentieke uitvoeringspraktijk van barokopera. Het grote voordeel daarbij is dat de opera meteen ook tot klinken komt, op het podium en in de orkestbak.

Als het aan Atkin ligt, herrijst de komende jaren dus nog een tweede Venetiaanse feniks uit haar as. Het publiek zal hier de gloriedagen van de Italiaanse barokopera weer ten volle zal kunnen beleven.

  • Zoek op gerelateerde categorieën:
  • Deel dit artikel met anderen:
Terug naar de vorige pagina

Over auteur Taco Stronks

Taco Stronks is een van de eigenaars van MUSICO Reizen. Hij studeerde Muziekwetenschappen aan de Universiteit Utrecht, met speciale aandacht voor barokmuziek. Na zijn studie werkte hij onder meer bij het Utrechts Barok Consort, het Amsterdam Baroque Orchestra en het Combattimento Consort Amsterdam.

Alle artikelen van deze auteur