3 januari 2016. Ik gluur ’s morgens tussen de zware gordijnen van mijn hotelkamer in een grijs en grauw Milaan. Het licht valt aarzelend binnen. Zou het nog sneeuwen of zou het mistig zijn? Er werd van alles wat voorspeld en gisterenavond, toen we uit La Scala glibberden, sneeuwde het als een dolle: ik had in de twintig minuten dat ik tussen taxi-standplaats en de trappen heen en weer rende een paar centimeter dik pakketje sneeuw op mijn hoofd, tot hilariteit van mijn gasten. Komen we wel thuis vandaag?
Ik schiet in mijn kleren en druk ontroering en vermoeidheid weg: met kerst was ik in Wiesbaden en met één dag thuis vertrok ik alweer naar Milaan voor oud en nieuw. Maar het was het waard: het waren bijzondere dagen.
Nog één keer langs de Dom…
Na het ontbijt is het helemaal licht, nou ja, licht… grijzig en killig, de feestdagen voorbij, januari wordt een lange maand. Maar er ligt geen sneeuw en het is ook niet echt mistig. Met chauffeur Andrea rijden we nog één keer langs de Dom, het is er druk. Ik knipoog naar de kerk en denk: ik kom terug, Milaan, ik kom terug….
Dus toen MUSICO Reizen vroeg of ik na carnaval 2020 weer naar La grande città zou willen met een groep gasten, wist ik niet hoe vlug ik ‘ja’ moest zeggen.
Tsja, en we weten allemaal wat er daarna gebeurde….
‘Ga nie goed daaro…’
Zondag 24 februari. Appje van MUSICO-eigenaar Taco Stronks met de cryptische woorden: ‘ga nie goed daaro…’ Na een paar seconden dringt het tot me door: ‘daaro’ is Milaan.
U kent de uiteindelijke beslissing: MUSICO Reizen was zowat de eerste reisorganisatie die een reis afgelastte, omdat ze door sluiting van de theaters en musea de reis niet meer volwaardig kon aanbieden. En MUSICO is van ‘volwaardig’, nou en of!
Bij alle ellende is het niet doorgaan van zo’n reis natuurlijk peanuts, maar ik mis Milaan wel een beetje… U ook? Nou kom op dan… Andiamo! We maken een virtueel tourtje. Zet uw fantasie aan en volg de reisleider!
Juweeltjes van chauffeurs
Laten we beginnen bij ons hotel, Hotel Cavour, in de Fatebenefratellistraat (een naam die ik meteen kon onthouden: het betekent de broeders-van-de-goede-werkenstraat). We nemen een taxi, want naar het Auditorium di Milano is het meer dan een kilometer en da’s te ver om te lopen. Taxi rijden in Italiaanse steden is een avontuur op zich. Het scheelt als je een beetje Italiaans spreekt, dat ontwapent de chauffeurs en kan zelfs tot gevolg hebben dat je wat minder beduveld wordt bij het afrekenen. Er zitten echter juweeltjes van chauffeurs tussen en omdat we toch in onze fantasie aan het rijden zijn, hebben wij gewoon wél een leuke chauffeur, toch??
‘La Verdi’
Het Auditorium di Milano is de thuisbasis van het Orchestra Sinfonica di Milano Giuseppe Verdi, beter bekend als ‘La Verdi’ (leuk, die combinatie van een vrouwelijk lidwoord en de mannelijke achternaam van mijn lievelingscomponist). Het gebouw is niet heel bijzonder. Het was ooit een bioscoop. De zaal en de akoestiek zijn wel bijzonder: je kan er zowat alles in doen, van jazz, naar pop naar symfonisch. Wij zouden er eind februari vooral Tsjaikovski gehoord hebben, zijn Zesde Symfonie, de ‘Pathétique’, met dat geweldige tweede deel, een walsje dat geen walsje is.
Kom, we blijven niet te lang hangen, we spoeden ons terug in de richting van waar we vandaan kwamen en blijven even hangen bij de Dom. Je kunt erop, wist u dat? Je moet geen hoogtevrees hebben, maar in onze fantasie hebben we dat niet.
Met het gammele liftje naar beneden en rap het plein over naar de belangrijkste bestemming van onze reis: La Scala.
La Scala
Twee producties zouden we er zien: Rossini’s Il turco in Italia en Verdi’s Il Trovatore.
La Scala, een van de beroemdste, zo niet hét beroemdste operagebouw ter wereld. Rond de 3000 mensen kunnen erin. Het operamekka voor iedereen en in het bijzonder voor zangers: als je La Scala ‘gehaald’ hebt, is je kostje gekocht (mits je natuurlijk op niveau blijft presteren), zelfs met slechte agenten…
Ik was er in 2016 dus, maar één keer, we zagen toen Giovanna d’Arco, een wat minder bekende van Verdi… In La Scala rondlopen heeft iets magisch, ik zat helemaal bovenin in een loge, maar toch, zelfs gedraaid op het achterste krukje zat ik ademloos te luisteren en mijn rug heb ik naderhand teruggevonden toen ik heen en weer moest lopen tussen de trappen en de taxi’s…
Maken en breken
Het publiek en het regime in La Scala is al net zo legendarisch als het gebouw zelf: toegiften mogen er niet (tot Juan Diego Flórez daar in 2007 met zijn hoge c’s een eind aan maakte: hij mocht wél nog een keer!). Ze kunnen daar componisten, dirigenten en stemmen maken en breken, daar kunnen Verdi, Puccini, Toscanini en Muti verhalen over vertellen…. Pfoe… Jammer dat we daar hier geen plaats voor hebben…
Zelfs het applaus wordt ‘gedirigeerd’: het mag officieel alleen aan het einde van een akte. En in het roemruchte verleden van La Scala was men er niet vies van ‘claques’ in te huren: zij ‘ondersteunden’ het applaus en zorgden dat het langer duurde… en werden daarvoor betaald. Zouden ze dat nog steeds doen denkt u?
Laten we even meelopen met dit filmpje, beelden zeggen zoveel meer dan woorden:
En laten we eindigen met een wonderschone aria uit Il Trovatore: ‘Il balen del suo sorriso’, gezongen door Dmitri Hvorostovsky, de mooiste bariton ooit. Ik vond geen opname uit La Scala, maar deze uit The Metropolitan Opera is zo mooi…
Zo hebben we toch een beetje Milaan gehad. Ik wens u en de uwen alle gezondheid toe en laten we hopen dat we de reis kunnen inhalen en dat we de Corona-ellende overwinnen!